STATUTEN VERENIGING PERSOONSGERICHTE EXPERIËNTIËLE PSYCHOTHERAPIE (VPeP)

Artikel 1 Naam, zetel en duur
Artikel 2 Doel en middelen
Artikel 3 Leden en lidmaatschap
Artikel 4 Einde lidmaatschap
Artikel 5 Vermogen
Artikel 6 Bestuur
Artikel 7 Bestuursvergadering
Artikel 8 Ledenvergadering
Artikel 9 Klachten
Artikel 10 Commissie van beroep en bemiddeling
Artikel 11 Huishoudelijk Reglement
Artikel 12 Verenigingsjaar
Artikel 13 Omgang met persoonsgegevens
Artikel 14 Betekenis ‘schriftelijk’
Artikel 15 Wijziging van statuten
Artikel 16 Slotbepaling
Artikel 17 Ontbinding en liquidatie

Artikel 1 Naam, zetel en duur

  1. De Vereniging draagt de naam: Vereniging Persoonsgerichte Experiëntiële Psychotherapie.
  2. De verkorte naam van de Vereniging luidt: VPeP.
  3. De Vereniging is gevestigd te Utrecht.
  4. De Vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd en werd opgericht bij notariële akte op 11 april 1970.

Artikel 2 Doel en middelen

          De vereniging heeft ten doel:

  1. het bevorderen van de toepassing en ontwikkeling van de psychotherapeutische benaderingswijze (attitude, kennis en techniek) die bekend staan als persoonsgericht experiëntieel, procesgericht en/of emotiegericht, voorheen en nu nog bekend onder de benamingen cliëntgericht of rogeriaans, en de daaruit voortkomende benaderingen;
  2. het bevorderen van deskundige uitoefening van persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie door middel van het stimuleren en bewaken van de kwaliteit van de opleiding en (na)schoIing in persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie;
  3. het bevorderen van de gebruikmaking van de diensten van de beoefenaren;
  4. het stimuleren van theorievorming, wetenschappelijk onderzoek en publicaties betreffende PeP;
  5. het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de leden van de vereniging als beoefenaren van het specialisme.

    De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:

  6. het aanleggen van zodanige maatstaven voor het lidmaatschap, dat de (her)registratie tot lid een waarborg van deskundigheid en kwaliteit vormt inzake de genoemde benaderingswijzen;
  7. het instandhouden van een wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie;
  8. het onderhouden van betrekkingen met verwante organsiaties in binnen- en buitenland;
  9. Alle andere wettige middelen die de doeleinden van de vereniging kunnen bevorderen.

Artikel 3 Leden en lidmaatschap

  1. De vereniging kent verschillende vormen van lidmaatschap.

    1.1 Aspirant-lid
    Eenieder die een HBO- en/of universitaire opleiding met succes heeft voltooid kan aspirant-lid worden. Een aspirant-lid is bezig met de opleidingsroute zoals beschreven in het Huishoudelijk Reglement (HHR) die leidt tot het volledige lidmaatschap.
    1.2 Lid
    Men kan lid worden indien men voldoet aan in het HHR gespecificeerde opleidingseisen. Om lid te kunnen blijven moet men voldoen aan in het HHR gespecificeerde herregistratie-eisen. Indien een lid niet aan de herregistratie-eisen voldoet wordt het lidmaatschap omgezet in belangstellend lidmaatschap. Leden die de pensioengerechte leeftijd hebben bereikt zijn vrijgesteld van de verplichting tot herregistratie met behoud van het lidmaatschap op voorwaarde dat het lid ten minste eenmaal heeft voldaan aan de herregistratie-eisen.
    1.3 Belangstellend lid
    Eenieder kan belangstellend lid worden van de vereniging.
    1.4 Erelid
    Op voorstel van het bestuur of van ten minste een/tiende (1/10e) van het aantal leden kan de ledenvergadering personen die zich voor de vereniging of voor de doelen van de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt tot erelid van de vereniging benoemen. Ere-leden zijn ontheven van de herregistratieverplichting.

  2. Alle leden hebben stemrecht, met uitzondering van belangstellende leden.
  3. Alle leden hebben de plicht jaarlijks contributie te betalen, met uitzondering van ereleden.
  4. Alle leden hebben recht op toezending van de verenigingsconvocaties, nieuwsbrieven en dergelijke en krijgen een inlogcode voor het ledendeel van de website.
  5. Het bestuur beslist over de toelating van een lid. Voor toekenning van het erelidmaatschapgeldtdebepaling onder 1.4 van dit artikel.
  6. Leden en ere-leden kunnen een erkenning verwerven als supervisor en leertherapeut. De eisen hiervoor zijn vastgelegd in het HHR.

Artikel 4 Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt door overlijden van het lid.
  2. Het lidmaatschap eindigt door schriftelijke opzegging van een lid per 1 januari van een volgend jaar, mits men in het lopende jaar uiterlijk voor 1 december heeft opgezegd.
  3. Het bestuur kan door schriftelijke opzegging namens de vereniging het lidmaatschap beëindigen wanneer het lid ondanks herhaalde aanmaning niet voldoet aan de financiële verplichtingen jegens de vereniging of als het bestuur met goedkeuring van de ledenvergadering andere redenen heeft om het lid te royeren.
  4. Ontzetting (royement); deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de wet, de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt; de ontzetting geschiedt door het bestuur; de betrokkene wordt schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen in kennis gesteld; het lid kan binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit in beroep gaan tegen deze ontzetting. Dit beroep wordt op een ledenvergadering behandeld waarbij de ledenvergadering beslist over wel of niet ontzetting, of het inschakelen van de Commissie van Beroep en Bemiddeling (ingevolge het bepaalde in artikel 13). Het bestuur moet binnen zes maanden na het aantekenen van dit beroep zorgen dat er een ledenvergadering is waarop dit beroep aan de orde kan komen. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

Artikel 5 Vermogen

Het vermogen van de vereniging wordt gevormd door:

  1. contributie van leden, aspirant-leden en belangstellende leden waarvan de hoogte op voordracht van het bestuur door de ledenvergadering wordt bepaald;
  2. inkomsten uit congressen en studiedagen;
  3. giften en schenkingen;
  4. erfstellingen en legaten, deze kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelscheiding;
  5. subisidies;
  6. overige inkomsten.

Artikel 6 Bestuur

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter, secretaris en penningmeester. In geval van vacature(s) in het bestuur wordt het bestuur gevormd door de in functie zijnde bestuursleden.
  2. De leden van het bestuur worden door de ledenvergadering benoemd en gekozen uit de leden van de vereniging.
  3. Voorzitter, secretaris en penningmeester vormen het Dagelijks Bestuur en worden in functie gekozen. Het Dagelijks Bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging.
  4. Benoemingen geschieden op voordracht van het bestuur of door ten minste tien leden. Een voordracht door het bestuur wordt via de website van de vereniging bekend gemaakt ten minste veertien dagen voor de ledenvergadering.
  5. Een bestuurslid is maximaal vier jaar lid van het bestuur. Een aftredend bestuurslid is terstond herkiesbaar.
  6. Het bestuur legt verantwoording af aan de ledenvergadering, het hoogste besluitvormend orgaan binnen de vereniging. De ledenvergadering is bevoegd om bestuurders met redenen omkleed te ontslaan (conform Burgerlijk Wetboek, Verenigingen, Artikel 27 lid 4 punt e).
  7. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur, danwel twee gezamenlijk handelende bestuursleden waarvan er ten minste één lid is van het Dagelijks Bestuur.
  8. Het bestuur kan zich over zaken die de vereniging betreffen laten bijstaan of adviseren door personen binnen of buiten de vereniging.
  9. Het bestuur benadert leden om bij te dragen aan werkzaamheden. Een bestuurslid is in dat geval verantwoordelijk voor een ad hoc samenwerkingsgroep. Het betreffende bestuurslid legt verantwoording af in het bestuur en het bestuur legt verantwoording af aan de ledenvergadering.

Artikel 7 Bestuursvergadering

  1. Het bestuur vergadert zo dikwijls als men in onderling overleg nodig acht.
  2. Het bestuur neemt besluiten met meerderheid van stemmen.

Artikel 8 Ledenvergadering

  1. Het bestuur roept de ledenvergadering ten minste tweemaal per jaar bijeen, en vaker als het bestuur dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is. Bijeenroepen geschiedt schriftelijk binnen een termijn van minimaal twee weken.
  2. Op schriftelijk verzoek van ten minste een/tiende (1/10e) van de stemgerechtigde leden is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen twee weken geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de ledenvergadering bijeenroept.
  3. Het bestuur brengt op een ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de ledenvergadering, schriftelijk een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering voorNa verloop van de hierboven genoemde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
  4. De ledenvergadering dient jaarlijks een kascommissie van ten minste twee personen te benoemen, die geen deel uitmaken van het bestuur. Deze kascommissie onderzoekt de rekening en de verantwoording van het bestuur daarover en brengt aan de ledenvergadering verslag uit van haar bevindingen.
  5. Jaarlijks, uiterlijk in de maand november, wordt een ledenvergadering gehouden waarin de begroting voor het komende boekjaar wordt vastgesteld.
  6. Over alle onderwerpen, met uitzondering van die waarvoor bij deze statuten een andere meerderheid is voorgeschreven, wordt bij volstrekte meerderheid van uitgebrachte stemmen beslist.
  7. Stemming over zaken geschiedt mondeling. Stemming over personen geschiedt schriftelijk, tenzij niemand van de aanwezigen bezwaar maakt tegen mondelinge stemming.
  8. Stemmen bij acclamatie is mogelijk, wanneer niemand van de aanwezige leden zich daartegen verzet.
  9. Blanco stemmen worden als niet uitgebracht beschouwd.
  10. Indien bij verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid verkrijgt, wordt herstemd tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien meer dan twee personen evenveel stemmen op zich zouden verenigen zal door loting worden beslist welke twee personen voor herstemming in aanmerking komen. Indien bij herstemming de stemmen staken, beslist het lot.

Artikel 9 Klachten

Klachten over leden van de vereniging betreffende de beroepsuitoefening worden verwezen naar de relevante klachtencommissies van de beroepsvereniging en/of de overheid. Klachten rond interne conflicten van leden van de vereniging worden zo mogelijk in overleg door het bestuur opgelost en zo nodig verwezen naar de Commissie van Beroep en Bemiddeling.

Artikel 10 Commissie van beroep en bemiddeling

  1. De vereniging benoemt in voorkomende gevallen een commissie van beroep en bemiddeling bestaande uit drie leden.
  2. De leden van de commissie worden benoemd door de ledenvergadering.
  3. De commissie heeft tot taak het bemiddelen en zo nodig tot bindende uitspraken te komen in conflictsituaties in of met de vereniging die hetzij ter bemiddeling hetzij als beroep zijn aangebracht en die geen betrekking hebben op het naleven van de beroepscode.
  4. De commissie neemt beslissingen met meerderheid van stemmen.
  5. De wijze van aftreden van de leden van de commissie alsmede de procedure met betrekking tot behandeling van bezwaren worden geregeld bij Huishoudelijk Reglement.

Artikel 11 Huishoudelijk Reglement

  1. Alle onderwerpen waarvan nadere regeling door de statuten is voorgeschreven dan wel door de ledenvergadering of het bestuur nodig of nuttig worden geoordeeld, zullen nader worden geregeld in het Huishoudelijk Reglement of aanverwante reglementen. De reglementen mogen niet in strijd zijn met de statuten.
  2. Een voorgenomen besluit van het bestuur tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement of aanverwante reglementen wordt door het bestuur schriftelijk ter kennis gebracht aan de leden, ten minste vier weken voor de eerstvolgende ledenvergadering. De ledenvergadering geeft dan wel of niet haar akkoord met deze voorgenomen wijzigingen.

Artikel 12 Verenigingsjaar

Het verenigingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Het boekjaar is gelijk aan het verenigingsjaar.

Artikel 13 Omgang met persoonsgegevens

De vereniging houdt een adminstratie bij waarin persoonsgegevens van alle leden zijn opgenomen. Elk lid is verantwoordelijk voor de juistheid van zijn persoonsgegevens en verplicht wijzigingen daarin mede te delen aan de vereniging. Welke persoonsgegevens worden verwerkt en met welk doel, staat beschreven in het Privacystatement van de vereniging.

Artikel 14 Betekenis ‘schriftelijk’

Schriftelijke berichtgeving van het bestuur aan de leden kan rechtsgeldig plaatsvinden via brieven, mededelingen in een verenigingspublicatie, mail en/of website van de vereniging. Publicatie via de website betreffende de ledenvergadering wordt van tevoren per mail, of per brief indien geen e- mailadres bekend is, aangekondigd. Schriftelijke berichtgeving van leden aan het bestuur kan rechtsgeldig plaatsvinden via brief of e-mail.

Artikel 15 Wijziging van statuten

  1. De statuten kunnen slechts gewijzigd worden op grond van een besluit van een daartoe bijeengeroepen ledenvergadering. Een besluit tot wijziging van artikel 1 tot en met 17 dient genomen te worden met een meerderheid van twee/derde (2/3e) van de in de vergadering uitgebrachte stemmen. Een besluit tot wijziging van artikel 16 dient genomen te worden als een besluit tot ontbinding van de vereniging.
  2. De convocatie tot deze vergadering dient de voorgestelde wijziging te bevatten.De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste één maand.

Artikel 16 Slotbepaling

In alle gevallen waarin statuten en reglementen niet voorzien beslist het bestuur.

Artikel 17 Ontbinding en liquidatie

  1. Tot ontbinding van de vereniging kan in eerste instantie slechts besloten worden indien, op een speciaal bijeengeroepen ledenvergadering, ten minste driekwart (3/4e) van het totaal aantal leden aanwezig is. Bij gebreke van het gemelde quorum in die vergadering kan daarna daartoe een tweede ledenvergadering worden uitgeschreven, te houden ten minste twintig en ten hoogste veertig dagen na de bedoelde eerste vergadering; in deze tweede vergadering kan tot ontbinding worden besloten ongeacht het aantal aanwezige leden.
  2. Het besluit tot ontbinding dient te worden genomen met een meerderheid van driekwart (3/4e) van de in de vergadering uitgebrachte stemmen.
  3. De bestemming van een batig saldo zal door de ledenvergadering worden vastgesteld, bij besluit genomen met driekwart (3/4e) van de in de vergadering uitgebrachte te stemmen.
  4. De eerste vergadering, bedoeld in lid 1, dient ten minste drie maanden van tevoren te worden uitgeschreven met vermelding van het voorstel tot ontbinding van de vereniging.

 

Terug naar inhoudsopgave.